Uit eten in Rotterdam. Zelfs voor mensen die geen last hebben van keuzestress of FOMO een lastige: het aanbod is overweldigend. Van all-you-can-eat tot haute-cuisine en alles wat er tussen zit. In deze rubriek plaatst SMAAKmag. een klassieker tegenover een nieuwkomer. Ditmáál de traditionele no-nonsense bal gehakt versus de grillmaster met culinaire ambities.
Iedereen die zich Rotterdammer noemt, maar nog nooit een balletje gehakt heeft gescoord bij De Ballentent dient zich dringend en diep schamend achter de oren te krabben. In De Ballentent wordt volksvoedsel verheven tot kunst. De schoonheid van eenvoud, samengebald op je bord. Rotterdamser wordt het niet.
Eind jaren veertig moet het zijn geweest, dat het pandje aan de Parkkade de bestemming Café Maaszicht kreeg. Eerder was het een douanekantoor, en vlak na de oorlog kon je er examen doen voor het rijbewijs. De naam Maaszicht werd op een gegeven moment veranderd in De Ballentent. Koosnaam werd bedrijfsnaam.
GELUKZALIGE VOLDOENING
Het interieur van De Ballentent is al minstens twintig jaar onveranderd, en dat blijft ook zo. Eenvoudige tafeltjes en stoeltjes, papieren placemats. Foto’s. Véél foto’s. En allemaal gerelateerd aan de haven en scheepvaart. In verschillende stadia van vervaging. De menukaart is uitgebreid genoeg voor een eetcafé. Maar laat je niet van de wijs brengen. Je gaat naar De Ballentent voor een bal gehakt. Punt. Voor 10,20 euro heb je de meest uitgebreide variant, met frites, paprika, champignons en uien en geloof ons: dat is genoeg om de rest van de dag in gelukzalige voldoening door te brengen.
Bij De Ballentent is het: what you see is what you get. Geen opsmuk: de havenkroeg van het jaar 1997 serveert een eerlijk product in een typisch Rotterdamse ambiance. Rond lunchtijd en diner zit het er steevast vol. Niet reserveren is een serieus risico op pech. Maar ach. In dat geval bestellen we een biertje en wachten we met een half oog op de haven tot de herberg wel een plek voor ons heeft.
HELL’S KITCHEN
De barbecuehype lijkt over zijn hoogtepunt heen. Die-hard grillmasters hebben zich inmiddels voorzien van een keramische ketel, en omdat die dingen schier onverwoestbaar zijn komt de vervangingsmarkt maar langzaam op gang. En toch vond culinair ondernemer Jord Althuizen – die zichzelf pyro-culinair avonturier noemt – de tijd rijp voor een barbecuerestaurant dat het niveau van sateetjes en hamburgers van de kiloknaller ontstijgt.
De Van Nelle Fabriek. Iconisch industrieel gebouw aan de oever van de Delfhavense Schie, en inmiddels UNESCO erkend werelderfgoed.
Een roadtrip door de Verenigde Staten vormde de inspiratiebron voor Black Smoke, waar Argentijnse grilltechnieken, Zuid-Afrikaanse braaigerechten en Japanse yakitori elkaar vinden. Hell’s kitchen, noemen Jord en zijn kompaan Kasper Stuart het zelf.
VUURWERKSHOW
De kaart laat weinig aan de verbeelding over. Hier wordt gegrild, dat is duidelijk. Van een brioche met pulled pork – 16 uur op laag vuur gegaarde varkensschouder van Heyde Hoeve – tot een ware vuurwerkshow tijdens de avonddis: Spaanse côte de boeuf – prime rib zeggen de Engelsen. Desserts komen desgewenst ook van de barbecue en de kaart met wijn, cocktails en digestieven is ronduit indrukwekkend te noemen. Niet onbelangrijk: ook de vegetarische grillfan komt aan zijn of haar trekken. De prei en polenta varen wel bij een behandeling boven de houtskool.
Rotterdam, wat ben je verrukkelijk veelzijdig. We lunchen op het terras van De Ballentent. Beetje bootjes kijken, een bal gehakt met brood en jus op tafel. Meer is het niet, maar meer is ook helemaal niet nodig. En aan het eind van de middag begeven we ons richting de Spaanse Polder en het indrukwekkende silhouet van de Van Nelle Fabriek. Tijd voor een glas El Presidente, gevolgd door een Hanger Steak (‘longhaas’, zegt de slager) van de grill.
Beeld: Luc Büthker