Hij staat te boek als grensverleggend en uiterst vindingrijk. Denk je iets te hebben uitgevonden, was Arjen van Riel je al voor (of bestaat de kans dat hij je al voor was). Dat uitgerekend deze conceptbedenker zich blijft verbazen over Rotterdam, dat zegt alles over deze veelzijdige stad. In de rubriek The Riel Food belicht hij op zijn originele wijze zijn culinaire ontdekkingen.
SCHULDIG
Het is maandagochtend, 6.32 uur. Ik lig onder een vederlicht dekbed van – niet al te diervriendelijk – ganzendons. Na veel te lang onder een dampend hete douche een poging tot ontwaken te doen, schuif ik in een Japanse denim waarvan ik niet 100% zeker ben of deze eerlijk gemaakt is. Ik stap in de auto zonder stekker, sluit aan in de dagelijks, stilstaande file en kijk STEREO op mijn telefoon hoe mijn werkdag er uitziet. De dag is nog niet begonnen, en ik ben al vijf keer schuldig.
En dan heb ik nog niets gegeten. Met eten verandert mijn schuldgevoel in pure schaamte, zeker als het gaat om vlees. Om de wereldbevolking in 2050 van vlees te voorzien hebben we drie maal de oppervlakte van de aarde nodig. Daar kan ik toch niet meer schaamteloos aan meewerken? Vanaf vandaag geen sappige bavette, stoofgerecht van kalfswang of langzaam gegaarde spareribs meer. Vaarwel vleselijke guilty pleasures.
Om de wereldbevolking in 2050 van vlees te voorzien hebben we drie maal de oppervlakte van de aarde nodig.
VERGETEN GROENTE
Die middag ga ik aan de slag met het zojuist bezorgde lokale groentepakket. Uit deze doos – met vooral vergeten groenten – lijken steevast meer insecten te komen dan bruikbare ingrediënten voor een gezonde maaltijd. De groente is ieder geval vergeten te wassen. Onderin vind ik een wat modderige krop andijvie. Op een gure herfstdag als vandaag ben ik zeker te porren voor een stamppot. Ik ontdoe de andijvie van zand, klei en bloedzuigerachtige wormen tot de waterdruk in de wijk een kritieke toestand bereikt.
Twintig minuten later ga ik samen met mijn stamppotje aan tafel. Zonder de verrukkelijke geur en smaak van uitgebakken gerookte spekreepjes, maar met stukjes volledig plantaardige Roockworst van Jaap Korteweg, die vegetarische. Bij de eerste hap lijkt het of mijn stamppot kapot is gevallen. Of is het toch het zand dat na 17 keer spoelen hardnekkig tussen de bladgroente is blijven zitten? Dit gerecht is niet te eten. Het is 17.48 uur. Ik heb nog 12 minuten om bij mijn favoriete, biologische slager te geraken. Onderweg naar buiten belandt de stamppot in de container. De groene container welteverstaan. En dat terwijl ik me zo had voorgenomen minder eten weg te gooien.
Een uur later vermengen de geuren van een knisperend haardvuur, een zorgvuldig gedecanteerde Barolo en de geroosterde Chateaubriand uit de oven met elkaar. Ja, ik ben schuldig. Maar geniet. Morgen doe ik een nieuwe poging tegen eetschaamte.
Beeld: Antim