Wat hebben gerookte forel met gekaramelliseerde appel en kruimels van Afribollen, een stamppotje van palmkool met rookworst van wilde gans en een Thaise curry met elkaar gemeen? Alle gerechten zijn door Esther van Leeuwe samengesteld met producten uit de Krimpenerwaard, Rotterdam en omgeving.
We denken aardig wat te weten van eten. Maar ook wij doen – godzijdank! – nog steeds nieuwe culinaire vondsten. Het zou saai zijn als er niets meer valt te ontdekken. Van de Afribol hadden wij nog nooit gehoord. Het recept is nota bene in Rotterdam bedacht, door Barbara Gwanmesia van Afrii om precies te zijn.
Afribollen zijn te vergelijken met Hollandse oliebollen, er zitten zelfs rozijnen in, maar dan met wat meer pit. De exotische twist zit ‘m de cayennepeper en essences van rum. De kokos vervangt de poedersuiker. Je kunt ze zelf proberen te maken, maar als je die van Afrii bestelt – de productie is overgeheveld naar Piet Kerssens uit Heiloo – steun je het goede doel. Een deel van de opbrengst gaat naar zwangere vrouwen in Kameroen, Barbara’s vaderland. De sterftecijfers van moeder en kind tijdens of direct na een bevalling zijn er extreem hoog. Afribollen zijn als dessert leuk te combineren met dronken rozijnen, sinaasappelconfituur en geraspte donkere chocolade of pure hagelslag van goede kwaliteit (zie foto). Mag het van jou nog wat spannender? Je kunt de Afribollen verkruimelen tot croutons en die serveren bij gerookte forel met gekaramelliseerde appel.
Beide ideeën zijn afkomstig uit het kookboek Smaak van de Waard van Esther van Leeuwe uit Krimpen aan den IJssel. Zij was de degene die ons wees op Beng – die ze kent van een businessclub – en de Afribollen. “Voor nieuwe smaken ben ik altijd te porren. Een vrucht die ik niet ken, dat vind ik heel tof.” Esther is net als wij. Wat de boer niet kent, vreet zij juist. “Die Afribollen zijn mijn guilty pleasure. Ze zijn overigens minder vet dan de Nederlandse oliebollen. Ze zijn bovendien het hele jaar door verkrijgbaar, niet alleen rond oud en nieuw.”
Esther van Leeuwe was ooit een financieel expert. Zes jaar geleden gooide ze het roer om. Voor de liefde verhuisde ze van de stad (Rotterdam) naar het platteland. Ze verruilde tegelijkertijd de rapporten voor de pannen. “Koken is altijd mijn grote liefde geweest.” Ze richtte een cateringbedrijf op dat aanvankelijk opereerde onder een andere naam. In haar zoektocht naar de mooiste producten kwam ze steeds vaker uit bij lokale leveranciers. “Ik sta voor duurzaamheid. We hebben maar één planeet en daar moeten we zuinig op zijn. Iedereen praat over biologisch, ik praat liever over duurzaamheid. Biologisch vind ik een rigide term. Het gaat erom dat een bepaald product een zo min mogelijk negatieve impact of zelfs een positieve impact heeft gehad op de natuur. Wilde gans bijvoorbeeld is nooit biologisch, want een controle wat hij waar heeft gegeten, dat is onmogelijk. Door wilde ganzen te bejagen blijven de gewassen ongedeerd en de wildpopulatie en biodiversiteit onder weidevogels in balans. Wilde gans vind ik persoonlijk sterker dan vlees uit Japan of Australië geïmporteerd met een biomerk. Het Wildhuys uit Berkenwoude volgt mijn filosofie. Ik heb aan dit mooie bedrijf een apart hoofdstuk gewijd in mijn kookboek. Het stamppotje van palmkool en rookworst van wilde gans van het Wildhuys is er eentje om te onthouden voor de koudere dagen. De palmkool is afkomstig van De Mengelmoestuin, gelegen aan de Lekdijk-Oost tussen Bergambacht en Ammerstol. Ga daar een keer heen. Je kijkt er je ogen uit.”
Haar cateringbedrijf draagt inmiddels dezelfde naam als het kookboek. Met de waard doelt ze op de Krimpenerwaard, maar het gebied strijkt net iets verder. “Ik leg er geen meetlat naast. Het gaat er mij om dat we het dichterbij gaan zoeken met z’n allen. Daarom laat ik ze shinen, die geweldige streekproducten.” Smaak van de Waard is voor 24,50 euro te bestellen via www.smaakvandewaard.nl.
Beeld: Huck Sim / Beeldflow