SMAAKmag. laat bekende lekkerbekken aan het woord in hun favoriete restaurant. Ruth Jacott (60), de zangeres in de regio met de meeste hits achter haar naam, is betoverd door tweesterrenchef Fred Mustert. “Wat hij bereidt, is kunst. Pure kunst.”
Ze staat liever met witte wijn op de foto. “Rood drink ik ook, ik drink alles mits niet te zoet, maar ik drink liever wit.” Chardonnay, sauvignon blanc of verdejo? Een voorkeur voor een bepaalde druivensoort heeft Ruth Jacott niet. “Zover reikt mijn wijnkennis niet. De keuze laat ik over aan de sommelier. Ho, wacht eens even, mijn glas is nog niet leeg. De wijn in dat glas is toch niet weggegooid? Dat zou echt zonde zijn.”
Ze doelt op San Michelin van Azienda Agricola Gorgo, een biologisch wijnhuis in Custoza ten oosten van het Gardameer. Deze sappige, fluweelzachte wijn ingeschonken voor de fotoshoot voorafgaand aan het diner bij Fred is er eentje naar de mond van Ruth Jacott. “Vind ‘m zo lekker.” Het woord lekker zal ze vandaag vaak bezigen.
De San Michelin blijkt inderdaad spoorloos. Het alternatief klinkt veelbelovend: rosé champagne van Duménil, een premier cru die ‘de voorkant’ van restaurant Fred onlangs in het Franse Sacy heeft ontdekt. “Deze champagne heeft drie jaar op gist gerijpt. Ze maken uitsluitend champagne van eigen oogst, ze doen er sowieso alles zelf. Wij zijn diep onder de indruk van het vakmanschap van Duménil,” vertelt de sommelier aan Ruth Jacott. “Hoor je wat hij allemaal zegt, wat een kennis, je begrijpt dat ik blind op hem vaar.”
Haar nieuwste single Bier en Wijn, hoe toepasselijk, gaat over vriendschap. Eén van haar vriendinnen is Rocq-E, bekend van Big, Black & Beautiful, en met haar deelt ze een extra hobby: uit eten op hoog niveau. “We maken er een soort sport van om de beste restaurants uit te kiezen. The Jane in Antwerpen, Las Palmas in de tijd dat Herman den Blijker er nog aan het roer stond, dat soort restaurants. Rocq-E had via via gehoord van Fred. Deze tip lieten wij niet aan ons voorbijgaan. Wij naar Fred. Ik praat over twee, drie jaar terug. Wij waren flabbergasted. Niet normaal, zó lekker.”
‘Wat Fred bereidt, is kunst. Pure kunst. Fred is daarnaast ook nog eens heel sympathiek’
Meestal zijn de rollen omgedraaid, en wordt Ruth gevraagd of zij met een fan op de foto wil maar dit keer vroeg zij de eigenaar, Fred Mustert, met haar te poseren. “Ik heb die foto ook gepost op mijn socials. Wat Fred bereidt, is kunst. Pure kunst. Fred is daarnaast ook nog eens heel sympathiek. Het is niet bij één keer gebleven. Fred is sinds dat bezoek met Rocq-E mijn absolute favoriet.”
Ruth Jacott is vooral dankbaar dat ze deze gastronomische ervaringen mag meemaken. Ze heeft ook tijden gekend dat ze zich dit soort uitspattingen niet kon veroorloven. “Het is ook niet zo dat ik wekelijks buiten de deur eet, maar als ik uit eten ga, dan doe ik het goed. Ik kan aardig koken maar dit is een vak apart. Hoe deze gerechten zijn uitgedacht, gewééééldig. Je proeft het, je proeft het echt. Ik kan Fred iedereen adviseren. Spaar er desnoods voor als je wat krapper bij kas zit, het loont. Elke cent is een lunch of diner bij Fred waard.”
De keuken zet met de amuses Ruths woorden kracht bij: een tartelette van filodeeg met een mousse van parmezaan, langoustine, quinoa en limoenrasp, Freds versie van churros met een crème van groene kruiden, chorizo van het Iberische varken en tomatenpoeder en een cannelloni van appel gevuld met een waldorfsalade, kip en ananas. Ruth: “Wow, wat een sensatie. Snap je wat ik bedoel? Dit krijg ik niet bedacht. Jij wel? Ik kijk altijd naar MasterChef. Tijdens zo’n uitzending zit ik driftig mee te schrijven zodat ik geen ingrediënt mis. Soms lukt het mij zo’n gerecht ongeveer te evenaren maar de gerechten van Fred, die zijn niet te evenaren, laat staan te overtreffen.”
NAALDHAKKEN
Een paar dagen voor ons etentje vierde ze haar zestigste verjaardag. In stilte. “Al lukt dat met mijn familie nooit helemaal in stilte. Mijn ouders, mijn zus, mijn broer en mijn twee neefjes klopten om klokslag middernacht aan, met tassen vol pannen en potten gevuld met eten. Ze brachten me zelfs nog een serenade.” Van broer Eric, de stuwende kracht achter Timeless, weten we dat hij ook gezegend is met een prachtige zangstem maar is de rest van de familie ook zo muzikaal? “Die serenade zongen ze met heel veel liefde.”
Verjaardagen viert ze liever niet in grote kring. “Ik ben aan mijn privacy gehecht. Ik ben altijd omringd door mensen. Overal waar ik kom, is het feest. Ik trek me liever terug in een bioscoop op mijn verjaardag dan dat ik de bloemetjes buitenzet. Het is niet zo dat ik niet ouder wil worden. Juist niet. Ik doe ook nooit geheimzinnig over mijn leeftijd. Je leeftijd verzwijgen, dat vind ik echt onzin. Ik ben blij, en dankbaar, dat ik zestig heb mogen worden. Pluk wat je plukken kan. Tuurlijk merk ik dat ik ouder word. Ik droeg altijd naaldhakken van vijftien centimeter op het podium, ze zijn inmiddels geslonken naar tien centimeter. Hardlopen gaat mij ook niet goed meer af. Wat ik doe, is snelwandelen. Ik eet alles, niet alles, aan insecten waag ik me niet, maar je begrijpt wat ik bedoel, ik eet mijn bord altijd leeg, dat betekent dat ik moet sporten om in vorm te blijven.”
In de buitenlucht laadt ze de batterij op. “Ik heb altijd twee hondjes gehad. Een jackrussellterriër en een bullmastiff. Door de honden was ik vaak buiten. Heerlijk dat ravotten in het bos of in het park. Zes jaar geleden zijn ze kort achter elkaar overleden. Ik heb daar zoveel verdriet van gehad dat ik een nieuwe hond niet aandurf.”
KEUKENPRINSES
De wieg van Ruth Jacott stond 1960 in Paramaribo. Op haar negende verhuisde het gezin – Ruth heeft een oudere zus en een jongere broer – naar IJmuiden en vervolgens op haar dertiende naar Capelle aan den IJssel. “In Capelle aan den IJssel ben ik volwassen geworden.” In 2011 keerde ze na 27 jaar weer terug naar de IJsselgemeente nadat de relatie met Humphrey Campbell stukliep en de woonboerderij in Kockengen was verkocht.
“Ik ben Capelle in zekere zin ontgroeid. Het borrelt niet echt in Capelle. Aan de andere kant: ik ben zó in het centrum van Rotterdam. Binnen tien minuten ben ik bij Fred. Mijn ouders, die altijd in Capelle zijn blijven wonen, hebben mijn eerste prioriteit. Bij mijn ouders, ze hebben inmiddels de leeftijd van 87 en 86 jaar bereikt, wil ik snel kunnen zijn als het nodig is en dat lukt niet vanaf Kockengen. We wonen overigens alle drie vlakbij mijn ouders. We wonen op maximaal vijf minuten afstand van elkaar. We zien elkaar dagelijks.”
Haar moeder is een keukenprinses. Ze kookt nog elke dag. Pom, bami, pastei, saotosoep maar ook stamppotjes. “Ik probeer weleens voor haar te koken maar ik krijg de kans niet. Mijn vader kon overigens ook heel goed koken – samen deden ze in het verleden vaak de catering op feesten en partijen – maar zijn zicht is nog maar drie procent.” Haar moeder is de echte reden dat ze weinig buiten de deur eet. “Ik ben zo ontzettend verwend. Ik eet zelden in een toko want in de Surinaams-Indische keuken domineert mijn moeder. Net dat extra pepertje of piment, mijn moeder kookt fantastisch. Haar sambal is superieur. Ze maakt ‘m van appel en piccalilly, en pepers uiteraard. Alleen voor de roti maak ik weleens een uitzondering. Voor roti ga ik naar Roopram, een toko op het Mathenesserplein. Roti moet je aan de Hindoestanen overlaten.”
Ze heeft nog altijd spijt dat ze zich niet al op jonge leeftijd in de gerechten van haar moeder heeft verdiept. “Terwijl mijn zus en ik voor de televisie lagen, stond mijn moeder in de pannen te roeren. Ze nodigde ons elke dag opnieuw uit in haar keuken om te komen kijken, ruiken en proeven maar we hadden er geen oren naar. Met torenhoge telefoonrekeningen als gevolg. Ik heb haar iets te vaak moeten bellen, in de tijd dat ik nog in Kockengen woonde en mijn ouders nog geregeld in Suriname verbleven, voor een bepaald recept of voor bepaalde ingrediënten. Sindsdien heb ik altijd gember, knoflook en madame-jeanette in huis.”
Ontbijten doet ze daarentegen op z’n Nederlands. Met een kop cappuccino op bed. “Nee, ik heb geen tv op mijn kamer. Niet meer althans. Ik bleef te lang kijken in bed.” In de keuken ontbijt ze vervolgens met twee sneetjes brood, ‘ik lust er wel vier’, of yoghurt met honing, vers fruit en muesli en af en toe een pancake. “Ik houd van afwisseling.”
PONZU
Ze ruikt, en ruikt nog eens, aan de tarbot met een open ravioli van spitskool en eekhoorntjesbrood van Fred. “Ik word zo blij van deze geur.
Effe serieus. Dit is toch té lekker. Ze hebben het weleens over engeltjes op de tong, dit is een engeltje.” Even daarvoor is ze in de watten gelegd met een kreeftensalade met perzik, krokante sojaboontjes en een vinaigrette van ponzu. Ruth tegen de ober, chef de rang in jargon: “Ponzu? Wat is ponzu?” Zijn antwoord is even Japans als de vraag. “Ponzu is een mengsel van rijstazijn, kombu, bonito flakes en yuzu. Fris-zurig, heel umami.” Ze knikt. “Zó lekker.”
‘Wow, wat een sensatie. Snap je wat ik bedoel? Dit krijg ik niet bedacht’
Ze is jaloers op de keuken bij Fred. “Zo’n mooie heb ik niet in mijn appartement, was het maar waar! Aan de andere kant, ik zit liever bij Fred dan dat ik zelf kook. Je moet zo’n keuken ook elke dag schoonmaken.”
Eten verbindt, vindt ze. “Dat is misschien nog wel het leukste aan eten, die verbinding. Aan tafel ontstaan de beste gesprekken. Ik kook ook altijd voor mijn band. Koken doe ik nu thuis en ik warm het vervolgens ter plekke op in de magnetron. In Kockengen repeteerden we vaak bij mij huis, tegenwoordig huur ik een repetitieruimte. Daar hebben we alleen een magnetron tot onze beschikking. Het klinkt raar maar door zelf te koken ontstaat er gelijk een vriendschap. Net na de audities, als het team is samengesteld voor een volgende tour, moet je nog aan elkaar wennen. Ik los dat op met eten, eten à la mijn moeder.”
KORIANDER
Leven en laten leven, dat is haar levensmotto. “Ik kan er zo niet tegen als mensen zich bemoeien met anderen. Waarom zou je anderen veroordelen? Eenieder heeft het recht het leven te leiden hoe hij of zij dat wil. Waarom zou je je daarin willen mengen?”
Door de uitbraak van COVID-19 heeft ze de afgelopen maanden niet kunnen optreden. “Ik ben voorzichtig weer begonnen met zingen. Het is best raar, na zo’n lange tijd. Hoe ging het ook alweer? Je bent volledig uit je ritme. Ik houd van mijn vak, ik houd zielsveel van mijn vak, ik zou het liefst willen doorgaan met zingen tot mijn tachtigste, maar hoe nu alles aan banden is gelegd, dat maakt dat ik weleens twijfel. Ik begrijp de noodzaak, gezondheid boven alles, maar het contact met het publiek is weg. Ik houd van knuffelen. Ik wil mijn fans kunnen knuffelen. Ik heb altijd geroepen dat ik in mijn volgende leven een chef-kok wil zijn.” Met een vette knipoog: “Misschien moet ik eens gaan solliciteren bij Fred. Een leven zonder schijnwerpers, ik denk niet dat ik daar moeite mee heb. Maar nee, ik blijf toch liever zingen.”
Ze vervolgt: “Weet je waar ik ook zo gek op ben? Oesters gestoomd met zwarte bonensaus en lente-ui.” Ze is daarentegen niet van de toetjes. “Ik ben niet opgegroeid met desserts. Ik ben echt van de hartige gerechten. Maar dit dessert, het dessert van Fred, maakt mij intens gelukkig.” Op het dessertbord liggen in willekeurige volgorde: diverse bereidingen van ananas, een panna cotta, een vinaigrette van koriander en een steranijs die geen steranijs blijkt te zijn maar chocolade. “De steranijs is net echt. Ik was erin getrapt als de ober niets had gezegd. Wat ik niet begrijp, is dat sommigen koriander associëren met zeepsop. Ik ben juist dol op koriander.”
Ze kijkt op haar horloge en ze beseft dat ze al te laat is voor de groepstraining van vanavond. “Ik had zoveel liever bij Fred willen blijven zitten.”
Ruth Jacott
2 september 1960 te Paramaribo
Loopbaan: Bekend van hits als Vrij Met Mij, Hartslag, Leun Op Mij, Hou Me Vast, Ik Ga Door en Kippenvel. Vertegenwoordigde Nederland in 1993 tijdens het Eurovisie Songfestival met het nummer Vrede. Tekende voor de tune van de soap Onderweg naar Morgen. Speelde in diverse musicals waaronder de titelrol in Billie Holiday waarmee ze in 2008 werd onderscheiden met de John Kraaijkamp Musical Award. Op 9 oktober lanceerde ze haar nieuwste single: Bier en Wijn.
Typisch Ruth: Leven en laten leven.
Fred Mustert
5 mei 1964 te Gouda
Loopbaan: Van 1990 tot 1998 werkzaam bij De Zwethheul waarvan de laatste 4,5 jaar als chef, van 1998 tot 2008 eigenaar La Vilette en sinds 2008 patron cuisinier van restaurant Fred dat sinds 2014 twee Michelinsterren draagt. Werd in totaal vier keer met een ster in Le Guide Rouge onderscheiden: 1 x bij De Zwethheul, 1 x bij La Vilette en 2 x bij Fred.
Typisch Job: De kracht is de kwaliteit.
Beeld: Rick Arnold