Als ik deze column schrijf, is de avond net gevallen in Tel Aviv. Een plek op aarde waar ik al jaren heel graag kom en misschien wel het meest om de bruisende eetcultuur die hier heerst. Een scene die in amper 20 jaar uit een bonte smeltkroes van Israëliërs is ontsproten. Zoals wij met kerst bij elkaar komen om met elkaar te eten, samen te zijn en te genieten, zo komt deze bevolking dagelijks bij elkaar om het bovenstaande te doen. Eten vindt hierbij voor een groot deel plaats op straat of in petieterige eettentjes en ouderwetse huiskamers. In sommige wijken leggen de eetgelegenheden beslag op hele straten. Het is de naakte eenvoud en de levenslustige ambiance op stoepen en rommelige pop-up terrassen die het eten tot een sociale bezigheid maakt.
Wat in Nederland vaak als ‘ons concept van shared dining’ wordt geïntroduceerd, is in Tel Aviv een vanzelfsprekendheid. Tafelgenoten, aan kleine, wankele tafeltjes, delen gerechtjes geserveerd op een met bakpapier bekleed kartonnetje. Ik ben fan van deze minimalistische benadering die voor mij juist garant staat voor maximale smaken en vriendelijke prijzen. Iets te proeven krijgen van een wildvreemde is de gewoonste zaak van de wereld. Misschien dat ook juist deze pretentieloze straat-omgeving zonder wit linnen en dure borden met bestek, de drempel tot dit sociale spel volledig wegbonjourt.
Ik kan dan ook niet wachten tot ik weer in Rotterdam ben en ongevraagd wat van iemands bord ga proeven… 🙂
Juanita Hoepel
17 april 1979 te Dordrecht
Loopbaan: Assistente minister counsellor Canadese Ambassade, eigenaresse webshop Holland aan Huis in Barcelona, verkoopster DonnaTienda in Den Haag, medewerker tender desk bij Olympia Uitzendbureau. Sinds 2 jaar met partner Marcel den Ouden eigenaar van Chez Jan.
Won in 2018 de publieksprijs voor de lekkerste hotdog van Nederland, en in 2019 de vakjuryprijs. Droomt van een restaurant waarin culinaire regels niet gelden.
Typisch Juanita: Tijdens het koken gebruik ik niet mijn hoofd – tijdens het koken volg ik mijn handen, mijn mond, mijn neus en mijn hart.
Beeld: Antim