Uit het oog is niet altijd uit het hart. In SMAAKmag. volgen wij de stads- en streekgenoten die het geluk elders beproeven. In dit nummer brengen we een bezoek aan Dora Borst en Myron Freeling die sinds 2019 met verve een familiecamping op het lieflijke platteland van De Marken in Midden-Italië runnen.
Je verwacht zoiets in New York, in Berlijn of in een van Chinese metropolen. Je verwacht het in elk geval niet in het historische centrum van Perugia, dat omringd wordt door stadsmuren waarvan het eerste deel, met de Arco Etrusco als bekendste toegangspoort, al in de derde eeuw voor onze jaartelling met travertin is opgebouwd. Als de locals ons wijzen op de MiniMetro als de snelste reis naar het treinstation onderaan de heuvel denken wij aan een piepklein, middeleeuws wagonnetje. We staan dan ook perplex als we een ultramoderne, bijna futuristische, cabine instappen die met 25 kilometer per uur zonder een chauffeur aan boord naar beneden zoeft.
Op weg naar camping Suasa in De Marken overnachten we als tussenstop in het boetiekhotel Locanda della Posta, het oudste hotel van Perugia, om de hoek bij de duomo, Cattedrale di San Lorenzo, en pal naast een biologische ijssalon. Met zo’n buurman zit je er als ijsfan, voor pistache-ijs doen we nog net geen moord, gebakken. Het pistache-ijs in deze gelateria artigianale naturale is gemaakt van melk, andere smaken zoals citroen, banaan en aardbei zijn er volledig vegan. Ze zijn in de hoofdstad van Umbrië niet in de geschiedenis blijven hangen.
In de trein naar Senigallia likken we onze vingers af bij het broodje geroosterd speenvarken gekruid met rozemarijn, venkelzaad en knoflook dat we vlak voor ons vertrek bij Antica Porchetteria Granieri Amato dal 1916 op Piazza Giacomo Matteotti in Perugia hebben weten te bemachtigen. We hebben op dat moment nog niet door dat deze treinreis een culinaire bedevaart blijkt te zijn. In de badplaats aan de Adriatische kust opereren maar liefst twee tweesterrenchefs: Moreno Cedroni en Mauro Uliassi.
Eerstgenoemde heeft op de Piazza Saffi in het historische hart van Senigallia een chique cafetaria, Anikò, waar je een hotdog eet van garnalen en een omelet met een soort ragout van vliegende vis. Alledaagse snacks worden er mede door de verfijnde sauzen geüpgraded naar haute cuisine. De mandarijn-mosterd bij de fish-and-chips is er zo eentje die heel andere dimensie geeft aan een gebakken visje, zeebaars in dit geval. Aperol Spritz erbij, deze cocktail lijkt het op het Italiaanse terras te hebben gewonnen van de wijn, en het leven kan haast niet mooier zijn. De tip van Dora Borst over Nana Piccolo Bistrò horen we te laat. We hebben Senigallia inmiddels achter ons gelaten.
GEOMETRA
In de taxi doorkruisen we richting Castelleone di Suasa menig zonnebloemveld. In dit lieflijke gehucht in De Marken, Marche in het Italiaans, een paar kilometer verwijderd van Corinaldo runnen Dora Borst (39) en Myron Freeling (43) een agricamping ofwel een agriturismo met kampeerplekken. Samen met hun zoontjes Qing (nu 7) en Ramses (nu 3) namen ze twee jaar geleden de gok en verruilden Rotterdam voor het Italiaanse platteland. “We hebben alle schepen achter ons verbrand. We woonden in een klushuis in Spangen, een heel tof woonproject. We hebben het verkocht om deze droom te realiseren.”
Wie het kronkelpad oprijdt, het pad dat leidt naar Camping Suasa, begrijpt gelijk waarom. Zelfs als je net als wij arriveert tijdens een plensbui, de eerste (én laatste) regen sinds maanden: wat een plek! Voor Dora en Myron komt de regen als geroepen. “Het is al heel lang heel heet in De Marken. Vandaag hoeven we een keertje niet te sproeien.”
‘We woonden in een klushuis in Spangen, een heel tof woonproject. We hebben het verkocht om deze droom te realiseren’
Wat lijkt op een vijver vol kikkers is in werkelijkheid een waterput waarmee wordt voorkomen dat de flora uitdroogt. “We hebben 800 vierkante meter aan bosbessen-, aalbessen- en bramenstruiken. Die behoeven water. Het overige deel kan een stootje hebben. Oleander kan zelfs heel goed tegen hitte. Lavendel is eveneens een zonaanbidder.” Het enorme veld vol zonnebloemen pal naast de camping is van de buren. Dora: “In het Italiaans heet een zonnebloem girasole, letterlijk vertaald: rondje zon. Een zonnebloem draait met de zon mee.” Er worden in De Marken zoveel zonnebloemen gekweekt, veelal voor de productie van neutrale bakolie, dat het glooiende landschap geel kleurt.
Het is niet zo dat Italië bovenaan het verhuislijstje van Dora en Myron stond, in De Marken waren we zelfs nooit eerder geweest. Dora: “We waren bij vrienden op Bonaire, die daar een hoveniersbedrijf hadden overgenomen. Ze vertelden dat het vertrek uit Nederland hen dichter bij elkaar had gebracht. ‘Als je wilt emigreren’, we speelden met die gedachte, ‘doe het als de kinderen nog jong zijn’, triggerden ze ons. Dat jonge kinderen zich snel aanpassen, dat is wel gebleken. Qing spreekt nu al beter Italiaans dan wij. Hij spreekt het vloeiend. Ik red me in het Italiaans, maar ik moet soms nog weleens zoeken naar woorden. Myron heeft de Italiaanse taal beter onder de knie. Hij heeft de verbouwing geleid, dan moet je kunnen communiceren.”
Na de vakantie op Bonaire zijn ze op internet gaan kijken wat er zoal te koop was in Europa. Griekenland viel af, want te onzeker. Scandinavië viel af, want te koud. “Dan ga je zoeken in Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië. Bij toeval stuitten we op een bouwval, een boerderij die al twintig jaar leegstond, in Castelleone di Suasa. Een weg ernaartoe, die was er niet eens.” Myron ging er met zijn schoonvader als tolk – als straatmuzikant trok hij ooit door Italië – poolshoogte nemen en was op slag verliefd. Hij zag direct potentie voor een boerencamping in het verwilderde weiland van 1,5 hectare rondom de ruïne ‘die constructief in orde bleek’. Dora: “Ik heb Myron nooit eerder zo blij gezien als bij thuiskomst na die eerste inspectie. Voordat ik het wist, had hij al een bod uitgebracht.”
Myron: “In Nederland zijn we superefficiënt. Een hijskraan en de klus is in een paar dagen geklaard. In Italië bouwen en herbouwen ze nog hetzelfde als 100 jaar geleden. Je mag er ook niets zonder een geometra, een soort bouwopzichter die je verplicht inhuurt. Met die figuren gaat het vaak mis, er doen nogal wat horrorverhalen de ronde over geometra’s. Die van ons was geen rampgeval, hij had wél een gebruiksaanwijzing. Hij was tamelijk luidruchtig, en als hem iets niet zinde, schopte hij er tegenaan. Zijn gedrag had veel weg van slapstick. Hij heeft uiteindelijk gedaan wat hij moest doen: het huis prettig begaanbaar maken.” Het hele proces is in beeld gebracht door de cameraploeg van het tv-programma Ik Vertrek. Dora: “Ik heb een man die handig is, en hard werkt.” Zij wijst naar het talud dat als parkeerplaats voor de campinggasten dient. “Dat heeft hij aangelegd.”
Ze was ooit doorbitch bij clubs als Las Palmas, en vervolgens als cultureel ondernemer kartrekker bij projecten als de Rotterdam Pride. De omschakeling moet enorm zijn. “Ik verlang weleens naar hagelslag en pannenkoekstroop. Ik ben inmiddels gewend, maar in het begin miste ik – buiten het campingseizoen – de social talk. Mensen bij wie je je hart kunt luchten, je mening kunt ventileren, het delen van die stompzinnige dagelijkse dingetjes. Dat doe je in je moedertaal toch net iets gemakkelijker. En zoiets als Thuisbezorgd, daar hebben ze hier nog nooit van gehoord. Daar staat tegenover dat in Italië, althans in dit deel van Italië, iedereen voor elkaar klaarstaat. Van de ene buurman krijgen we perziken, van de andere courgettes. Alles wat wordt geteeld, wordt gedeeld.”
VUURVLIEGJES
Omdat het regent, kruipen we gelijk onze tent in. Met ‘tent’ doen we de accommodatie eigenlijk tekort. Menig hotelkamer verbleekt bij deze riante safaritent. Je slaapt er niet op een luchtbedje. Je slaapt er in een comfortabel tweepersoonsbed, met Nederlandse afmetingen. Bij wie wat langer is dan gemiddeld hangen de voeten niet buiten boord. De gescheiden kinderkamers zijn voorzien van stevige stapelbedden. Je hebt op Camping Suasa safaritenten met en zonder sanitair. Wij krijgen een tent met douche toegewezen. Luxer kun je niet kamperen. Voor de back-to-basic types, voor hen die geen schroom voelen met een toiletrol onder de arm naar het gezamenlijke toiletgebouw dat grenst aan het woonhuis van Dora en Myron te lopen, staan op het lager gelegen veld toffe saharatenten, Bell tenten in jargon, met buitenkeukens. Op hetzelfde veld kun je ook je eigen tent opzetten, of, bij de elektriciteitspalen, een caravan plaatsen.
We hadden het romantische idee om met een scooter de directe omgeving te verkennen, langs verschillende olijfboeren, waaronder Fattoria Petrini in Monte San Vito, en dito restaurants. Maar zelfs in Corinaldo, wat in omvang een redelijk stadje is, blijkt geen scooter te huur. Dora is zo lief ons naar Osteria Nido dell’Astore in Arcevia te brengen, een lokaal restaurant ten zuiden van Castelleone di Suasa dat te boek staat als een topadres. Onderweg passeren we een huis met een tuin vol ballonnen en strikken. Dora: “Als in Italië een kind wordt geboren, wordt de hele tuin versierd. Dat spul blijft hangen totdat het kind groot genoeg is om het er zelf eraf te halen.”
‘Ik heb Myron nooit eerder zo blij gezien als bij thuiskomst na die eerste inspectie. Voordat ik het wist, had hij al een bod uitgebracht’
Waarom De Marken nog altijd het ondergeschoven kindje van Midden-Italië is, blijft een raadsel. Iedereen roemt Toscane en Umbrië maar deze regio is minstens zo magisch. Met een weids uitzicht over het Misadal heet Arcevia terecht de parel der bergen. In De Marken kun je eindeloos mijmeren.
Na een subliem bordje groene gnocchi met pecorino en zwarte truffel, truffeljagers oogsten succes in Marche, en passatelli (pasta van broodkruimels, ei, geraspte parmezaan en nootmuskaat) ai frutti di mare hopen we tevergeefs op een taxi die ons terugbrengt naar de camping. De moed is al in onze schoenen gezakt als de eigenaar van Nido dell’Astore rammelt met zijn autosleutels: ‘Ti porto al campeggio’ of iets in die richting. We staan perplex, wat een service!
We zijn hem tot op de dag van vandaag dankbaar, want lopend waren we gruwelijk verdwaald in de onverlichte heuvels tussen Arcevia en Castelleone di Suasa. Veilig terug op de camping spotten we lichtgevende vuurvliegjes. We halen nogmaals opgelucht adem. We hebben mazzel, mazzel in De Marken.
Wie slimmer reist, en dus met een auto, kan via Urbino – het best bewaarde stadje uit de renaissance dat sinds 1998 domineert op de Werelderfgoedlijst van UNESCO – naar Acqualagna of naar Sant’Angelo in Vado, de twee truffelbolwerken in de regio. In oktober vieren ze in Sant’Angelo in Vado met een uitbundig festival, Mostra Nazionale del Tartufo Bianco, de nieuwe oogst. Voor een superieure olijfolie is eigen vervoer niet noodzakelijk. De olijfolie van Frantoio Oleario in Castelleone di Suasa is van A-kwaliteit.
RODE UIENFEEST
Als we de volgende morgen de tent openritsen, lacht de zon ons onbedaarlijk toe. We ploffen in onze badjas neer op de vrolijke kussens die de houten bank op de veranda sieren. Een espresso smaakte nooit eerder zo lekker. We zien in de verte een tractor stoeien tussen de gedroogde durum, ‘harde tarwe bestemd voor tagliatelle’, verder is het een en al rust. Vakantie in optima forma. Dora: “Je hebt hier geen pottenkijkers. De dichtstbijzijnde buren wonen 200 meter verderop. Het zou een prima plek zijn geweest voor een naturistencamping, haha.”
Het zwembad lonkt. Vanuit het verkoelende water steken we een duim op naar Myron en Dora. Camping Suasa is dankzij hen verworden tot een paradijs, zowel voor volwassenen als voor kinderen. Een dansbos, een trampoline, diverse klim- en klautertoestellen, en dat allemaal in een overzichtelijk dalletje. Als gezin heb je er de tijd van je leven. Dat Qing en Ramses zo snel zijn ingeburgerd, dat snappen we inmiddels. Welk ander kind heeft zo’n speeltuin in de voortuin? Myron: “We moeten er een beetje voor waken dat we als gezin niet te veel in de vakantievibe meegaan. We kunnen de teugels niet altijd laten vieren bij de kinderen. De kinderen op de camping mogen opblijven. Qing en Ramses kunnen we niet maandenlang elke avond pas om tien uur in bed stoppen.”
Op donderdag is het pizzadag op Camping Suasa. Pizza’s worden doorgaans opgehaald bij Pizza Power in San Lorenzo in Campo en in de eigen pizzaoven voor de campinggasten opgewarmd. Dora maakt voor ons een uitzondering, ze gunt ons wat extra sightseeing, en rijdt door naar Osteria della Rocca in Mondavio: een schattige middeleeuwse vesting waarvan de dorpskern uitsluitend via de nodige stenen trappen is te bereiken. Dat je bij Osteria della Rocca heel even moet wachten op je bestelling is allesbehalve een straf. Bij dit magnifieke uitzicht, bij deze naderende zonsondergang, mag een pizzabakker treuzelen. Op de menukaart trekt l’agrodolce onze aandacht, een pizza belegd met rode uien uit Suasa, zwarte olijven en burrata. Myron even later aan de picknicktafel bij de campingbar: “Die rode uien komen van onze overbuurman, Fabio. Iedereen noemt zich in Italië Fabio maar hij heet écht Fabio. Het is een rossige, grote ui. Elk jaar, in september, vieren ze in ons dorp het rode uienfeest, festa della cipolla.” En zo hebben we nog een reden snel terug te keren naar Camping Suasa. Met de auto, dat dan wel.