De kans dat je de lotto wint, is nog net iets kleiner maar het scheelt niet veel met de kans dat je out of the blue tegen Eaux Posse stuit. De bistro van fotograaf Paul Posse ligt dermate verscholen aan het Schiemond dat met recht gesproken kan worden van een verborgen parel. Want een parel is dit pand aan de Nieuwe Maas, althans vanbinnen. Het interieur, met de okergele bank als grootste blikvanger, is oogverblindend. Het decor van Eaux Posse vergelijkt de eigenaar zelf met een filmset, een filmset à la A Single Man. ,,Iedereen wordt knapper in deze setting.”
Die setting is ontworpen vanuit Pauls herinneringen en één van die dierbare herinneringen is Café de L’Industrie in Parijs, een jaren dertig/veertig brasserie in een stijl die leunt aan boudoir waar hij graag vertoeft als hij de Lichtstad aandoet. ,,Eaux Posse ademt min of meer dezelfde sfeer en tegelijkertijd ook weer niet. Eaux Posse is heel eigen. Ik wilde per se houten tegels aan de muur. Die zijn nauwelijks te vinden en wat er verkrijgbaar is, is veel te duur. Alle tegels zijn eigenhandig gefreesd. Met als resultaat dat de gleuven geen strakke lijnen zijn en dat geeft een bepaalde dynamiek.”
Voordat het beeld ontstaat dat er alles schots en scheef hangt, je hebt bijna een vergrootglas nodig om die ongelijke gleuven op te sporen. Had Paul Posse ons er niet op gewezen, was het niet opgevallen. Wat wij zien, is een bistro met een hoge aaibaarheidsfactor. Eaux Posse gebruikt hij nadrukkelijk niet als atelier of als voorportaal voor zijn studio. De bistro is zover wij overzien fotovrij.
Eaux Posse vloeit voort uit Posse Espressobar op Katendrecht die moest wijken voor het toekomstige Landverhuisersmuseum. Eaux verwijst naar het water voor de deur, ‘de verdwijnende haven’ want over twintig, dertig jaar, denkt hij, domineren de appartementencomplexen aan de kade waarop je uitkijkt vanuit zijn bistro. Fonetisch leest Eaux Posse in het Frans als au Posse, ofwel bij Paul. Met Kind of Latin Rhythm van The JuJu Orchestra op de achtergrond en de Nieuwe Maas op de voorgrond mijmer je als vanzelf weg op die okergele bank.
Gastvrouw Saskia, zo innemend dat je haar gelijk in de armen sluit, volgt Paul Posse in zijn kledingstijl: een korte spijkerbroek. Hij draagt lange zwarte sokken, zij zwarte laarsjes. Zo lang mogelijk de winter door in korte broek, zowel binnen als buiten, dat is de uitdaging die zij zijn aangegaan. Of dit statement als anti-dresscode is bedoeld, weten we niet. Je mag bij Eaux Posse helemaal jezelf zijn, zoveel is zeker duidelijk. De drinkbakken op de vloer lezen voor gasten met een hond als extra uitnodiging. Honden zijn bij ons welkom mits ze niet om het minste of geringste blaffen, stelt Paul Posse.
Ondertussen verwent de chef, Tim Groeneweg, ons met een brioche belegd met noordzeekrab, kalfstong en kaviaar. En het is nog maar het begin van het feest. De schorseneren met een sauce maltaise en gepofte kastanje zijn de volgende engeltjes op de tong. Met het zuurdesembrood van Das Brot, knisperend vers, vegen we het laatste restje saus van het bord.
Je eet bij Eaux Posse uitsluitend à la carte, de volgorde van de gerechten bepaalt de keuken. Zou je de gerechten toeschrijven aan één keuken dan komt de Baskische keuken het dichtst in de buurt. ,,Je eet bij Eaux Posse dat wat je bijna nergens anders in Rotterdam eet. Daarom zijn wij het gaan maken,” merkt Tim Groeneweg droogjes op. Hij klinkt als een volleerde chef maar in werkelijkheid is hij nog maar vier jaar actief in de horeca. ,,Ik heb altijd van eten en koken gehouden maar ik heb geen opleiding genoten. Ik dacht als tiener dat het slechte pad mij verder bracht. Ik ben een tijdlang een kwajongen geweest.” Zijn eerlijkheid is ontwapenend. Deze voormalige boef draait inmiddels zijn hand niet om voor een klassieke beurre blanc, een kippenleverparfait en een kalfszwezerik met girolles (cantharellen), dragon en een jus de veau. De kalfszwezerik is bij Eaux Posse overigens niet gepocheerd, want ‘als je hem pocheert, haal je de smaak eruit’, luidt het oordeel vanuit de keuken. ,,Schoonmaken, krokant bakken en gelijk opeten dan is dit orgaanvlees het lekkerst.” Hij kan dan ongeschoold zijn, Tim Groeneweg verstaat zijn vak. Zijn kalfszwezerik wedijvert met die uit menig sterrenrestaurant.
De amandelcake, vergelijkbaar met tarta de Santiago, begeleid door karamel en laurierijs is het zoveelste cadeautje dat we als zondagskinderen in de mond mogen uitpakken. We zijn flabbergasted, wat wordt er op dit (te) gekke plekje Rotterdam waanzinnig goed gekookt. Dan blijkt dat de culinaire ambities niet ophouden bij het Schiemond. Paul Posse opent in het voorjaar een semi-openluchtrestaurant ín, ‘niet bij maar op’, de Oude Haven. ,,We gaan daar buiten grillen, verse sardines op de plaat. Een beetje wat ik in de zomer ook wil doen op het terras bij Eaux Posse.”
Bij het weggaan passeren we de doe-het-zelfdrankenwinkel Pineut. Wij de dupe? We zijn bofkonten. Deze late lunch (uitsluitend op zondag, overige openingsdagen vanaf 17 uur) was dat onverwachte lot uit de loterij.
Beeld: Paul Posse