Verliefde mensen drinken meer dan ze eten. Zeker als het allemaal nog niet bezegeld is, of om in de drinkmetafoor te blijven: in kannen en kruiken. Er staat te veel op het spel om te kunnen ontspannen, de obsessie is hevig, de vrijgekomen liefdeshormonen gooien je hart op hol, maken het moeilijk om te slikken, laat staan iets dat je moet kauwen en wegkrijgen, nee, met verliefde vrienden kun je beter in een kroeg afspreken. Gooi er iets sterks in waardoor ze ontspannen en zich kunnen overgeven aan hun zoetwalmige mijmeringen en smeer thuis maar een boterham.
Ik maak de fout om met een vriendin uit eten te gaan die net hoteldebotel is. Ze is bang dat ze haar oogappel te veel objectificeert. Het is niet haar eerste keer op de kermis; we weten inmiddels allebei dat het sprookje van de kikker die een prins wordt, ons verkeerd is verteld. De waarheid is dat het juist andersom gebeurt: de prinsen en prinsessen van onze dromen kunnen veranderen in koelbloedige kikkers als je ze kust. Mijn vriendin wil er niet met volle vaart in gaan dit keer. Ik snap haar twijfels, maar een beetje objectificatie lijkt me gezond. Je moet de ander het lekkerste ding van de wereld vinden en willen opvreten, anders ben je zo’n date toch maar aan het uitzitten als het wachtkrukje bij de afhaalchinees.
We zitten bij Tandoor16 en DJ, de chef, ken ik nog van Bird. Hij is een oude punker die het koken op de vaart heeft geleerd. Toen zette hij me een pasta met hanenkammen voor die even gruwelijk als zalig was; zoals pogo-en op een nummer van punk-koningin Lydia Lunch voelt. Hij is in de leer geweest bij de beste curry chefs en heeft samen met compagnon Kris Barman zijn droom voor een eigen zaak waargemaakt.
‘Kip tandoori is lekker, maar een kok met lef durft je een broodje aardappel voor te schotelen,’ zegt hij als ik hem om advies vraag. We kiezen de Vada Pav of Bombay Burger, wat het patatje met van India schijnt te zijn.
Inmiddels zit ik al een flinke tijd geramd bij een man die niets lievers doet dan voor me koken en met me eten. Toch is hij een slanke spies. Hij verklapte me zijn dieet al vroeg in de relatie: ‘Je moet alleen iets eten als je denkt: FUCK YES’. Zo moet het ook in de liefde zijn, vind ik. Gretigheid moet nooit worden gewantrouwd.
De broodjes zijn warm en zacht, de aardappel kruidig en krokant, precies vettig genoeg. Eén hap en ik voel het door mijn hele lijf: FUCK YES. Dit is iets wat ik elke week, elke dag zou willen. Waar ik naar kan verlangen als ik in bed lig, waar ik aan denk als ik iets anders eet. Eigenlijk is goed eten vreemdgaan op de rest van je leven. De meest heerlijke, zondige afleiding van de sleur, dat zou elke maaltijd moeten zijn.
Mijn vriendin heeft morgen een volgende date en ik hoop dat ze zich snel, met malende kaken en natte tong op de liefde stort, terwijl ze uitroept: FUCK YES. Ondertussen dep ik de saus uit mijn mondhoeken en begin aan het broodje dat zij, na wat obligate hapjes, heeft laten
liggen.
Elfie Tromp
30 oktober 1985 te Rotterdam
Loopbaan: Elfie Tromp is schrijver, performer en presentator voor onder meer VPRO en Radio 1. Haar laatste roman Underdog werd genomineerd voor de BNG Literatuurprijs en de Dioraphte Literatour Prijs. Vorig jaar verscheen haar eerste veelgeprezen dichtbundel Victorieverdriet voor iedereen met gevoel in zijn donder.
Typisch Elfie: Groot hart en een klein hondje.
Elfie Tromp eet graag en veel en het liefst met vrienden. In de Rotterdamse horeca heeft ze de beste gesprekken. Tussen de gerechten door, komt het leven op tafel.
Beeld: Antim