In deze editie van Vers versus gerijpt zetten we brand new English gastropub Dutch Dukes tegenover een relatief oudgediende – want sinds 2014 – Café De Ouwehoer. De eerste presenteert zich als een pub zoals een pub hoort te zijn: een verlengstuk van de huiskamer, elkaar ontmoeten en lekker eten en drinken. En de tweede presenteert zich als een kroeg zoals een kroeg op Katendrecht hoort te zijn: een verlengstuk van de huiskamer, elkaar ontmoeten… en drinken.
Bijna aan het eind van de Witte de Withstraat, ingeklemd als het ware tussen Obba’s en Wagamama vinden we Dutch Dukes. Pas onlangs geopend en naar eigen zeggen inspelend op een gemis in de Maasstad: een pub met gastronomische aspiraties. Traditionele pubs in het land van de EU-afvalligen waren rokerige etablissementen met afgetrapt meubilair en bier zonder schuim. Maar de Britten hebben de afgelopen jaren een omslag gemaakt: pubs werden ruimer, lichter en de kwaliteit van het aangeboden eten en drinken ging met sprongen vooruit. Een voorbeeld voor Dutch Dukes.
Het interieur van Dutch Dukes heeft niets specifieks Engels, los even
van de afbeeldingen aan de wand, die alle op een of andere manier verwijzen naar Britse iconen uit heden en verleden, van Bowie tot Queen Elizabeth. De inrichting is netjes: lekkere banken langs de muren, bescheiden terras aan de straat en een dominante bar. Wel een apart plafond dat op een of andere manier de aandacht blijft trekken. Het is niet druk als we een plekje binnen vinden, en het attente personeel is er snel bij om onze bestelling op te nemen. Is de voertaal Engels? Nee: Rotterdams.
De kaart met drankjes is uitgebreid. Diverse biersoorten van de tap en op fles van de bekende A-merken, maar ook van Brouwerij Noordt, naar eigen zeggen Rotterdams grootste brouwerij, en uiteraard diverse Britse varianten. We proeven een prima vers getapte IPA van Lagunitas. Niet Brits, want Amerikaans. Traditionele ciders ontbreken niet op de kaart, evenmin als de niet meer weg te denken gin-tonic varianten. Die – dat moet gezegd – wel origineel zijn als het gaat om de merken gin, tonic en de soorten garnituur. De spijskaart is niet heel uitgebreid, maar wel origineel. Deels Brits – traditionele pies (op z’n Engels uitspreken aub) en fish and chips natuurlijk – maar bijvoorbeeld ook ‘bieterballen’ en avocado fries. Leuke zaak!
BLONDE SNOL
Het miezert als we Katendrecht op wandelen. In de schemering heeft café De Ouwehoer iets van een speakeasy, een illegaal drankhok. Je verwacht bijna dat het luikje in de voordeur opengaat en je pas na het fluisteren van het wachtwoord binnen wordt gelaten. De Ouwehoer is niet groot, en doordat het interieur vrij donker is, lijkt het nog kleiner ook. Maar de inrichting is smaakvol, een burleske mix van scheepskajuit, jagershut, bruine kroeg en bordeel. Waar je ook gaat zitten, zicht op blote borsten is gegarandeerd, alsmede op de geweien van diverse hoefachtigen. Maar de wand achter de tap toont waar we eigenlijk voor komen: drank!
Het is er warm en gezellig. De muziek die klinkt is verantwoord fifties en sixties, met – zo vermoeden wij – een voorliefde voor de Beach Boys. Naar verluidt biedt het kleine podium aan de raamzijde op gezette tijden plaats aan livemuziek. Die band kan nooit al te groot zijn, qua beschikbare ruimte, maar dat houdt het intiem, stellen wij ons zo voor. We nemen plaats op een bank van gecapitonneerd groen leer en werpen nog een steelse blik op een zeemeermin. Wat drinken we?
Het assortiment bieren van de tap is beperkt, maar de speciaalbieren op fles maken veel goed. Titels als Blonde Snol, Heisse Weisse en Vurige Non zeggen dan genoeg. Speerpunt: het assortiment whisky’s. Dat is groot en bovendien prettig gevarieerd: voor als je eens iets anders wilt. Ook hier is de collectie gin-tonics in orde. Maar café De Ouwehoer laat er geen misverstanden over bestaan: naar De Ouwehoer kom je om te drinken en te ouwehoeren. Wij nemen een biertje van de tap, want nog wat te vroeg voor het sterkere werk. Bier, borsten en Beach Boys. Wat wil een mens nog meer…
Beeld: Luc Büthker