“Ik ben al 35 jaar eigenaar van Café Postiljon. Als ik zenuwachtig zou zijn van een paar maanden sluiting, dan zou ik iets niet goed hebben gedaan in mijn leven. Ik heb het vooral te doen met de collega’s die in een andere situatie zitten. Want het geld gaat er met scheppen uit, ook bij mij.
For the time being staan we op zaterdag met een poffertjeskraam op de markt op het Noordplein. We verkopen er tevens glühwein en erwtensoep. Het is meer bezigheidstherapie dan dat het geld in het laatje brengt. Je moet er tegenwoordig sowieso harder aantrekken. Vroeger vierden de mensen vakantie in de kroeg. Die tijd is voorbij. We zijn daarom gestart met pubquizzen, met livebands. Dat het niet meer vanzelf gaat, is niet erg. Het houdt je scherp. Dat de bruine kroeg een uitstervend ras is, dat betwijfel ik. Ik denk dat de bruine kroeg altijd wel zijn buurtfunctie blijft behouden. We zijn ook in trek bij studenten.
Aan stoppen denk ik zeker nog niet. Ik wil eindigen als de langstzittende cafébaas van Rotterdam. Ik heb er nog twee in te halen: Verschoor in Delfshaven en Daktari in Overschie. Alle gekheid op een stokje. Ik vind het vooral fijn dat ik met mijn gasten mijn werktijd mag doorbrengen. Zonder horeca is het een dooie boel. Ik ben nu boodschappen aan het doen in Gouda. Je kunt niet even een ergens een kop koffie doen, je kunt niet even ergens wat lunchen. Je doet plichtmatig je ding en je gaat weer naar huis. De sjeu is eraf.”
Ron Bergwerf
Beeld: Sylvia Kuiper