Adhoc: dé horecamakelaar van de Randstad. Het bedrijf specialiseert zich al meer dan veertig jaar lang in onroerend goed voor de horeca en doet dat heden ten dage met nog evenveel passie, kunde en plezier – daar kan zelfs een langslepende coronacrisis niets aan veranderen. En nu is het moment daar om Rotterdam écht te gaan innemen. In gesprek met vastgoedadviseur Arie-Dirk Roobol en directeur Henk Sluiter.
Wat hebben het Zalmhuis, SLA (Oude Binnenweg) en de Vegan Junkfood Bar met elkaar gemeen? Niet erg veel, zou je denken, behalve dat ze zich in Rotterdam bevinden en dat de betrokken makelaar bij alle drie Adhoc was. Want hoewel Adhoc nu vastbesloten is Rotterdam echt te gaan veroveren, zijn ze al jaren in onze stad actief. De horecamakelaar bracht zaken als Spaghetteria en Shabu Shabu naar onze havenstad, stond aan de wieg van de overname van Ayla en is betrokken bij veel nieuwbouwprojecten, zoals The Terraced Tower aan de voet van de Willemsbrug en de ontwikkeling van Leyten aan de Westewagenstraat.
Maar eerst even terug naar het Zalmhuis, een van meest sprekende voorbeelden. Een mooi project, blikt Sluiter terug: “Het Zalmhuis is echt een landmark, iedereen kent het. De ondernemer die het sinds de bouw al exploiteerde, stond op het punt om opvolging te zoeken. Wij waren vanaf dat moment erbij betrokken. Geweldig – een bedrijf met prachtige kansen en mogelijkheden dat nu op de markt kwam.”
Uiteindelijk vroeg Herman Hell Adhoc hem te ondersteunen en te adviseren bij de onderhandelingen en de aankoop. Sluiter zucht even: “Hij heeft de hele zaak verbouwd, van onder tot boven, was net een maand open en toen kwam de eerste lockdown.”
Jullie zijn inmiddels vastberaden om dé horecamakelaar van Rotterdam te worden, een plek die de laatste jaren is ingenomen door andere spelers. Vanwaar nu die stap?
Roobol: “Terwijl we terrein wonnen in andere steden in de Randstad, zijn we in de havenstad wat onderbelicht geraakt.”
Roobol werkt nu twee jaar bij Adhoc en is sinds kort ‘bevrijd’ van een concurrentiebeding in onze havenstad. “Aan mij de taak om nu vol gas in Rotterdam aan de slag te gaan! Ik woon zelf in de stad, ik ken veel ondernemers en verhuurders. De grote jongens maar ook kleinere ondernemingen – die veelzijdigheid typeert de stad. Daarnaast lopen er veel nieuwbouwprojecten, dat biedt allemaal kansen.”
Sluiter wil daar iets nadrukkelijk aan toevoegen: “Want wij zijn er niet alleen voor de grote spelers – grote projecten op je cv wekken nog weleens die illusie – die trekken de meeste aandacht. Maar we werken met evenveel liefde voor een eigenaar van een klein restaurant, bistro, lunchroom of voor iemand die een koffiebar wil beginnen in Kralingen. Daar zit juist de charme van het werk, in die veelzijdigheid, in het contact met al die verschillende ondernemers die samen de stad maken.”
Wat doet jullie makelaarshart sneller kloppen?
Sluiter: “Je bent even deel van iemands levensloop. Ondernemers die op het punt staan hun droom waar te maken, of een oude restauranteigenaar die juist met pensioen wil en een passende opvolging zoekt voor zijn ‘kindje’: het is mooi om dat soepel tot een mooi resultaat te brengen. Ik geniet er ook van om door de ogen van de koper naar een pand te kijken: wat zie je, wat is mogelijk? Ik kom zelf van de Hogere Hotelschool: de liefde voor horeca is nog altijd mijn drijfveer.”
Roobol: “Het is ook leuk om te zien hoe iemand een zaak tot leven wekt. Van iets ouds iets nieuws maakt. We kennen de ondernemers vaak goed en zijn gedurende het hele proces betrokken. Niet alleen met aankoop, verkoop of verhuur, maar ook met begeleiding en advies. Dat maakt dit vak zo leuk.”
Wat maakt Rotterdam zo bijzonder?
Sluiter: “In Rotterdam gebeurt het. Een dynamische, internationale stad die volop in bloei staat. Je ziet oud en nieuw naast elkaar, bestaande plekken die opnieuw tot leven komen dankzij investeringen van creatieve ondernemers. Het is ook een stad van lef, van durf.”
Roobol: “In Rotterdam zie je bijzondere horecaondernemingen. Denk aan Biergarten – dat is een uniek concept. In deze tijd, waarin consumenten veeleisender worden en de concurrentie moordend is, willen – en moeten – ondernemers zich onderscheiden. Dat gebeurt ook steeds vaker door horeca te combineren met vrije tijd, entertainment, winkelen… Niet meer de bruine kroeg, maar een ‘beleving’, een plek waar ook sport en spel is, waar workshops gegeven worden of waar echt iets unieks gedaan of geserveerd wordt.”
Er is de afgelopen jaren veel bijgekomen in Rotterdam op het gebied van horeca. Is er nog ruimte voor groei?
Roobol: “Er is inderdaad ruim aanbod, maar verschuivingen in eigenaarschap zullen altijd blijven. Daar zit ons werk. Daarnaast zie ik, tijdens mijn wandelingen door de stad, steevast pandjes en plekken in de stad waar ik een leuk koffie- of eettentje voor me zie. En de nieuwbouw natuurlijk – Rotterdam is nog lang niet uitgebouwd. Dus ruimte voor groei? Absoluut.”
Sluiter: “Het huidige probleem is dat er door de coronacrisis niets meer op de markt komt. Ondernemers verkopen niet, ze wachten tot de storm gaat liggen – begrijpelijk. Maar vraag is er genoeg. We hebben dagelijks te maken ondernemers die op zoek zijn naar vastgoed, klein of groot, om te starten of juist om een nieuwe vestiging te openen. Die moeten we vooralsnog teleurstellen.”
Roobol: “Dit is ook een goede tijd om te starten, daar ben ik van overtuigd. Je hebt alle tijd om de boel op te zetten, er is meer ruimte om te onderhandelen… En als de horeca straks weer open mag, dan gaan we met z’n allen knallen als nooit tevoren!”
Beeld: Chris Bonis